Het hier beschreven thema kan worden beperkt tot een specifieke omgeving en zal zich niet voordoen bij ieder geothermisch project. Meer details over dit onderwerp worden gepresenteerd in een rapport dat terug te vinden is op de GEOENVI-website.
In het zeldzame geval van overvloedige circulatie en boren in natuurlijke radioactieve gesteenten, zoals graniet bijvoorbeeld, bestaat er een kans op radioactieve besmetting aan de oppervlakte. De natuurlijke radioactiviteit van geothermische vloeistof is gewoonlijk zeer laag en kan niet boven de radioactiviteit van de omgeving worden gedetecteerd, maar boorgruis van boringen en afzettingen (kalk) die zich in de behuizing en oppervlakteapparatuur ontwikkelen kunnen aanzienlijk meer radioactief zijn (Scheiber et al., 2012). Bij sommige beperkte locaties waar het radioactiviteitsniveau boven het natuurlijke niveau komt als gevolg van specifieke geologische omstandigheden en de accumulatie van natuurlijk voorkomend radioactief materiaal in de oppervlakte-installaties, zijn risicobeperkende maatregelen vereist ter bescherming van bevolking en milieu.
De geothermische vloeistof is in evenwicht met het ondergronds reservoir en kan, in het geval van de aanwezigheid van natuurlijke radioactieve gesteente, verrijkt worden met radionucliden door water-rots interactie (Eggeling et al, 2013). De kalkneerslag op de oppervlakte-installatie wordt voornamelijk veroorzaakt door de veranderingen van de fysieke omstandigheden, met name door het koelen van de pekel. Het carbonaat in de pekel kan neerslaan wanneer de fysische en chemische omstandigheden (druk, temperatuur, ontgassing enzovoort) veranderen. Het carbonaat kan de in de pekel aanwezige radioactieve elementen afvangen. De niveaus van radioactiviteit in geothermische faciliteiten zijn dus afhankelijk van zowel de geologische als de industriële context. De aanwezigheid van carbonaat beïnvloedt niet alleen de industriële capaciteit, wat bijkomende externe kosten veroorzaakt, maar vormt ook een potentieel gevaar voor de nabije omgeving, de werknemers en de lokale bevolking. Daarom moet radioactiviteit correct worden gemonitord, maar het belangrijkste is dat het wordt vermeden door het toepassen van specifieke behandelingen.
Net als alle geplande, bestaande of noodsituaties, die een risico van blootstelling aan ioniserende straling met zich meebrengen, moeten geothermische werkzaamheden met radioactieve materialen voldoen aan de Europese regelgeving en de nationale toepassingen ervan. Die stellen de drempels vast voor dynamische en cumulatieve radioactieve dosissen en veiligheidsnormen. Deze normen worden opgelegd door een milieu-effectbeoordelingsprocedure voor het verkrijgen van de toestemming om een geothermische installatie te exploiteren. en schrijven bepalingen voor voor het beheer van radioactiviteit, meestal gebaseerd op een worst-case-scenario.
Monitoring- en preventiemaatregelen worden alleen toegepast in die zeldzame gevallen waarin radioactief materiaal betrokken is. Radioactiviteit is een effect van geothermische operaties, maar door het type betrokken radionucliden, soorten emissies en over het algemeen een laag stralingsniveau, kan het inherente risico eenvoudig worden beperkt door middel van de juiste werkprocedures.
De onderstaande tabel geeft een overzicht van radioactiviteit op het gebied van risico- en effectbeoordeling, d.w.z. de oorzaken, gevolgen, de betrokken fasen, de beïnvloedende omstandigheden of de belangrijkste beperkende en controlemaatregelen die kunnen worden genomen.