Het hier beschreven thema kan worden beperkt tot een specifieke omgeving en zal zich niet voordoen bij ieder geothermisch project. Meer details over dit onderwerp worden gepresenteerd in een rapport dat terug te vinden is op de GEOENVI-website.
De ontwikkeling van een geothermische centrale, net als de ontwikkeling van een ander type energiebron (wind, zonne-energie, waterkracht en kernenergie), impliceert onvermijdelijk de aanwezigheid van structuren en componenten die oppervlaktestoringen veroorzaken. Ze komen over het algemeen voor tijdens de bouw van installaties en bij de installatie van apparatuur, tijdens het boren en testen en ook tijdens het gebruik.
Oppervlakteverstoringen omvatten:
- invloed op landschap en bodemgebruik (bijvoorbeeld aanleg van wegen en bouw van de geothermische installatie, inrichten van de boorsite en andere infrastructuur op locatie en omleiding/verplaatsing van rivieren; landontginning),
- visuele impact (met stoomwolken, boorsite enzovoort),
- verstoringen die samenhangen met een toename van het wegverkeer en stofproductie, door lawaai en trillingen die worden veroorzaakt door motoren en pompen voor de activiteiten in verband houden met onttrekking en injectie in de putten en de daarmee gerelateerde installaties.
Het effect op het landschap is een belangrijke factor, vooral in toeristische en culturele gebieden of in woonwijken. Het landgebruik, dat beperkt is ten opzichte van andere energiesectoren, verwijst naar de boorsites (vaak tijdelijk) en de onttrekkings- en injectieputten, de installaties, de pijpleidingen voor het transport van de warmte en de elektriciteitsleidingen.
De verstoringen kunnen dus afkomstig zijn van geluid en trillingen veroorzaakt door verschillende activiteiten. De meeste ervan zijn beperkt tot de bouw- of buitenbedrijfstellingsfase, waardoor ze beperkt zijn in de tijd. Booractiviteiten, verkeer van vrachtwagens en andere voertuigen tijdens de verschillende fasen van het geothermische project, alsook motoren en pompen tijdens de werkzaamheden van de installatie kunnen trillingen veroorzaken. Geluid wordt geproduceerd door boorwerkzaamheden en door puttesten na het boren en tijdens de eerste inrichting en aanleg van het boorterrein als gevolg van vrachtwagenverkeer. Het geluid neemt af met de afstand (met ongeveer 6 dB telkens wanneer de afstand wordt verdubbeld), hoewel lagere frequenties (bijv. geluid van boorinstallaties) minder worden gedempt dan hogere frequenties (bijv. geluiden van stoomontlading); wind kan ook de overdracht van geluid beïnvloeden.
In het zeldzame geval van een sterke ontgassing uit de putten en installaties of in het geval van vloeibare en vaste uitstoom, kan er zich ook geurhinder ontwikkelen. In sommige geothermische gebieden, zoals in Toscane, zijn er sowieso natuurlijke emissies van geothermische gassen uit de bodem – ongeacht de aanwezigheid van geothermische installaties. Hierdoor wordt de geur van deze geothermische gebieden gewoonlijk beïnvloed door de natuurlijke aanwezigheid van H2S.
De ontwikkeling en de werking van een geothermisch veld impliceert onvermijdelijk de aanwezigheid van structuren en componenten. De daarmee samenhangende verstoringen aan de oppervlakte, die een variabele duur hebben, zijn inherent aan alle geothermische projecten en, meer in het algemeen, aan alle industriële activiteiten. Projecteigenaars moeten in een vroeg stadium, vanaf de ontwerp- en conceptfase, met deze in de milieueffectbeoordeling meegenomen verstoringen rekening houden, om onnodige en ongewenste bijwerkingen te voorkomen.
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de oppervlakteverstoring op het gebied van risico- en effectbeoordeling, d.w.z. de oorzaken, gevolgen, de betrokken fasen, de beïnvloedende omstandigheden of de belangrijkste beperkende en controlemaatregelen die kunnen worden genomen.